Dear Reader, today is Day Eight of the challenge. As announced yesterday, we are starting today with a mini-series 'The art of dipping' in which we discuss the phenomenon of dipping. We use that to share experiences, insights with you. Enjoy it and let us know what you think! The art of dipping A daily dip in the sea, it seems so easy. You don't need any (or hardly any) stuff or special material for it, it's free, you don't have to be a member of a club or have a subscription. Only needed is, so it seems: you go to the sea, undress, dive into the sea and you're done. Haha, is that right? Appearances are deceiving. The NorthSeaVikings are now experienced dippers and they know that the difference between a miserable experience and a healthy, pleasant and safe dive is in the details. Seemingly minor things make all the difference. We are happy to share our experiences with you, so that you do not have to have a miserable experience. In this mini-series we’ll address the following: the anatomy of the dip; necessary equipment; and, how do I complete a thirty day challenge? Anatomy of a dip How does a dip go? What can I expect? It's not easy to start dipping in winter. Since the 30-day challenge takes place in the second half of January and the first half of February, I describe a dip in winter conditions. We dip at 6 o'clock in the morning because of the activities of our guru Wim. You see, the rest likes to adapt! During the challenge it is dark, cold and often wet at 6 am. The day always starts extra well when you have to go to Scheveningen in your rain suit only to jump into the cold sea! We meet shortly before six o'clock, any latecomers get a three minute respite. The greeting is almost elated, we're back! We're going in again! Then we walk to the beach. We usually walk to the high water mark and put our stuff there. Then it's out with the warm clothes and into the cold. Then a small psychological battle with yourself begins. Some Vikings already come to the beach with a knot in their stomach, others have to cross a bump when they undress and another has to take a deep breath when he/she goes under for the first time. Andrew, for example, always utters a primal cry, so powerful that it can sometimes be heard in Kijkduin. The common denominator: everyone has to swallow, take a breath, encourage themselves, etc. to overcome that biological resistance to an (extremely) cold bath. Everybody. Every day again. When everyone is undressed and ready, we walk into the sea together. High water, low water, big waves, sweet waves, rotten waves, with current, without current, we all experience it. The wind also plays a major role. Strong wind on your bare dry skin is very different from strong wind on your wet skin. We usually walk into the water up to chest height and in case of big waves or a dangerous surf or current, up to hip height. We stick together and look out for each other. The cold takes your breath away and continuing to breathe is vital. That's why we sing, maybe not at the top of our lungs, but to keep the breathing going. It also makes us play a trick with our sense of time, when singing time seems to speed up. After being in the sea for five minutes, we count down from ten to zero, followed by a backward dive. We walk out of the water and on the beach some go for a very short warm-up run, others go at a trot to the towels. Then it's quickly getting dressed. And that is sometimes an adventure in itself. In very strong winds, you will be sandblasted. And anyone who has felt cold wind on his cold, wet skin knows what wind chill is. Quickly put on your hat, swimming trunks off, rinse feet with warm water, put on trousers and sweater, put on jacket, socks, shoes, mittens. Everyone has their own fixed order when dressing. And all vikings have more or less optimized equipment for the dip. As soon as everyone is dressed, we drink a cup of tea and after five minutes we walk together to the bike or car and wish each other a nice day. Most Vikings then go home or work singing. Finally, a nice hot shower. Experience shows that it is better to wait a bit before showering and first slowly drive the cold out of the body and only then actively warm up. Strangely enough, some people get cold again if they shower too quickly. Tomorrow we’ll look at the necessary equipment you’ll defintively need when dipping in the winter. Enjoy your day!
Beste lezer, zoals gisteren aangekondigd beginnen we vandaag met een mini-serie ‘De kunst van het dippen’ waarin we ingaan op het fenomeen dippen. We gebruiken dat om ervaringen en inzichten met jullie te delen. Geniet ervan en laat ons weten wat je ervan vindt!
De kunst van het dippen
Een dagelijkse duik in zee, het lijkt zo makkelijk. Je hebt er geen (of nauwelijks) spullen of materiaal voor nodig, het is gratis, je hoeft geen lid van een club te zijn of een abonnement te hebben. Allemaal niet nodig zo lijkt het: je gaat naar de zee, kleed je uit, duikt in zee en klaar. Haha, is dat wel zo? Schijn bedriegt.
De NorthSeaVikings zijn inmiddels ervaren dippers en die weten dat het verschil tussen een miserabele ervaring en een gezonde, prettige en veilige duik in de details zit. Schijnbaar nietige zaken maken het verschil. We delen graag onze ervaring met u, zodat u geen miserabele ervaringen hoeft op te doen. In deze mini-serie komen achtereenvolgens aan de orde: een anatomie van de dip; noodzakelijke uitrusting; en, hoe houd ik een dertig dagen challenge vol?
Anatomie van een dip
Hoe verloopt een dip? Wat kan ik verwachten? Beginnen met dippen in de winter is bepaald niet gemakkelijk. Omdat de 30-dagen challenge in de tweede helft van januari en de eerste helft van februari plaatsvindt, beschrijf ik een dip onder winterse omstandigheden. Wij dippen om 6 uur ’s ochtends vanwege de werkzaamheden van onze guru Wim. U ziet, de rest past zich graag aan!
Gedurende de challenge is het om 6u ’s ochtend donker, koud en vaak nat. De dag begint dan goed als je met je regenpak aan naar Scheveningen moet om daar de koude zee in te springen! We verzamelen iets voor zes uur, eventuele laatkomers krijgen drie minuten respijt. De begroeting is bijna opgetogen, we zijn er weer! We mogen weer! Vervolgens lopen we naar het strand. We lopen dan meestal tot de hoogwaterlijn en leggen daar onze spullen neer. Dan is het uit met de warme kleren en in de koude. Dan begint een klein psychologisch gevecht met jezelf. Sommige vikings komen reeds met een knoop in de maag naar het strand, anderen moeten een hobbeltje over wanner zij zich uitkleden en weer een ander moet even diep adem halen wanneer hij voor het eerst kopje onder gaat. Andrew bijvoorbeeld slaakt dan altijd een oerkreet, zo krachtig dat deze soms hoorbaar is in Kijkduin. De gemene deler: iedereen moet wel even slikken, adem halen, zichzelf moed inspreken enz. om die biologische weerstand tegen een (extreem) koud bad te overwinnen. Iedereen. Iedere dag weer. Als iedereen is uitgekleed en gereed is, lopen we gezamenlijk de zee in. Hoog water, laag water, flinke golven, lieve golfjes, rotgolven, met stroming, zonder stroming, we maken het allemaal mee. De wind speelt ook een grote rol. Harde wind op je blote droge huid is heel wat anders dan harde wind op je natte huid. Doorgaans lopen we het water in tot borsthoogte en bij flinke golven of een gevaarlijke branding of stroming tot heuphoogte. We blijven bij elkaar en letten op elkaar. De kou beneemt je de adem en blijven doorademen is dan ook van vitaal belang. Daarom zingen we, misschien niet uit volle borst maar wel om de ademhaling op gang te houden. Het zorgt er ook voor dat we een truc uithalen met ons tijdsbesef, de tijd lijkt te versnellen. Na vijf minuten in zee te zijn geweest, tellen we af van tien naar nul, gevolgd door een achterwaartse duik. We lopen uit het water en op het strand rennen sommigen een rondje, anderen gaan in een sukkeldrafje naar de handdoeken. Dan is het snel aankleden. En dat is soms een avontuur op zich. Bij hele harde wind, word je gezandstraald. En wie koude harde wind op z’n koude, natte huid heeft gevoeld, weet wat gevoelstemperatuur is. Snel de muts op, zwembroek uit, voeten warm afspoelen, broek en trui aan, jas aan, sokken aan, schoenen aan, wanten aan. Iedereen heeft zo zijn eigen vaste volgorde bij het aankleden. En alle vikings hebben een min of meer geoptimaliseerde uitrusting voor de dip. Zodra iedereen is aangekleed, drinken we een kopje thee en na vijf minuten lopen we gezamenlijk naar de fiets of auto, wensen elkaar een prettige dag. De meeste vikings gaan vervolgens zingend naar huis of werk.
Tenslotte, een lekkere warme douche. Ervaring leert hier dat het beter is om een half uurtje te wachten met douchen en eerst even langzaam de kou uit het lichaam te drijven en dan pas actief op te warmen (vreemd genoeg krijgen sommigen het weer koud als ze te snel douchen).
Comentarios